P

PACHYPHRAGMA. Op een witte Pinksterbloem lijkende voorjaarsbloeier uit de Kaukasus, die een in alle opzichten sterke verwantschap heeft met onze inheemse Look-Zonder-Look, Alliaria petiolata, inclusief de uienlucht, al is die bij de Pachyphragma wel veel zwakker.                                                                        

macrophylla is een leuke, wintergroene plant voor de halfschaduw, op niet te droge grond, waar zij in de loop van de tijd een gesloten tapijt vormt van frisgroen, rond blad. Vanaf half maart komen de witte bloemen, die veel op Pinksterbloemen lijken, en naarmate de bloei vordert, worden de bloemstelen steeds langer, tot 45 cm lang. Het vrij zeldzame Oranjetipje vliegt hierop.
€ 3,00

 

PAEONIA. Pioen, Pioenroos. Ja, prachtplanten, maar wat heb je er aan, als ze zoveel problemen geven, hier op het zand tenminste? Ik ben -te laat?- tot de conclusie gekomen, dat Pioenen alleen op zware grond op den duur de voldoening zullen geven, die ze alleen al op grond van hun prijs verdienen. In de praktijk komt dat er op neer, dat ze het hier in het oosten van het land op de zandgronden uiteindelijk niet goed doen, en ik heb daaruit de consequentie getrokken en het sortiment drastisch ingekrompen. Daarbij komt ook nog, dat de vraag naar Pioenen de laatste jaren steeds kleiner wordt, maar toch wil ik een soort elementaire basiscollectie aanhouden, omdat ze gewoon mooi zijn! De zgn. Itoh hybriden, kruisingen tussen “boompioenen” en “vasteplantpioenen”, zijn wonderschoon, maar peperduur, m.u.v. `Yellow Crown` misschien, maar daarvan zitten de bloemen altijd tussen het blad verscholen. De voorheen onbetaalbare, zeer mooie gele ‘Bartzella‘ is ondertussen langzaam voor ons weggelegd.
 

‘Bowl of Beauty‘ is een bekend Nederlands soort in dat opvallende fuchsiaroze, met een hart dat bestaat uit crêmegele, naar wit verbloeiende rafelige “flupjes”. Dit is een gemakkelijk soort, dat meestal het eerste jaar na het planten al bloeit, iets wat we bij Pioenen niet vaak te zien krijgen. Bloemen zo‘n 15 cm in doorsnede, en we kunnen die ook goed snijden. Hoogte afhankelijk van de grondsoort, tot 100 cm.
€ 7,50

‘Jan van Leeuwen‘ is in mijn ogen nog altijd een van de allerbeste witte: enkele bloemen in maagdelijk wit,
waar zie je tegenwoordig nog zoiets, met dikke bloembladen: we noemen dat “substantie”, en hoe dikker de bloembladen, hoe beter de bloemen tegen regen bestand zullen zijn. Hij is enkelbloemig, met een geel hart dat bestaat uit een massa meeldraden. Simpel, en dus heel effectief.
€ 7,50

Op bestelling kan verder een heel groot sortiment geleverd worden, maar Alleen Op Bestelling , en er wordt dan alleen in het najaar geleverd, vanaf de derde week van oktober.

Nu nog de species, de wilde soorten: ook niet gemakkelijk, maar daar heb ik wel wat mee en dan doe je er ook meer je best voor. Het gaat ook langzaam en ze zijn behoorlijk gevoelig voor Botrytis -Grauwe Schimmel- . Ik kan meestal wel leveren:  

mlokosewitschii heeft een onuitspreekbare naam, die geregeld geoefend moet worden, maar “only before dinner”, zoals Reginald Farrer schreef in “The Englisch Rock Garden”uit 1919. Dit is dan ook een van de allermooiste Pioenen, met berijpt blauwgroen blad en met “primrose-yellow” bloemen van een etherische schoonheid en met een helaas bij regen even kortdurende pracht. De bloei valt al vroeg in het jaar, en duurt volgens de verhalen 10 dagen, waarvan hij dan op de vierde dag op zijn mooist is, en wel tussen 10.00 en 14.00 uur. Hoogte tot 80 cm. Dit soort wordt altijd uit zaad gekweekt, en helaas is een deel van de zaailingen roze, en daarover valt van te voren niets te zeggen, hoe het zal uitvallen. v.a.
€ 10,00

Literatuur: gebruik maar “The Gardeners Guide to Growing Peonies”, geschreven door Martin Page, ISBN 0 7153 0531 x, daar staat eigenlijk alles wel in. Over de zgn. Boompioenen bestaan vele prachtige, antiquarische werken met schitterende prenten.

 

PAPAVER. Papaver, Klaproos: dit laatste woord bewaren we liever voor de eenjarige soorten. Ook de overjarige zijn zeer vrolijke voorzomerbloeiers, en al duurt het allemaal niet erg lang, bij een goede keuze uit de zeer vele cv‘s is er altijd wel wat te zien tussen half mei en de derde week van juni. En wat een kleur, wat een massa bloemen tegelijkertijd, en steeds weer gaan er nieuwe bloemen open: een “riot of colour”, gloedvolle en glorievolle planten zijn het, die Papavers. Na de bloei sterft het blad af, maar ja, dat hoort er nu eenmaal bij en we zullen dat voor lief moeten nemen. Plant ze daarom in niet te grote groepen bij elkaar, dan valt het gat niet zo op. Plant ze altijd op een zeer zonnige plaats, waar in de winter geen water blijft staan, maar ze geven geen moeilijkheden.                                                                                                                              

‘Earl Grey‘ is een zaailing uit ‘Patty‘s Plum‘, hier gevonden, met vrij kleine bloemen, die grijzig lila zijn met een zwart hart. Een vreemde kleur in het sortiment. Hoogte 70 cm, vroeg bloeiend, vandaar deels de naam. Volgens mijn Engelse collega Marina Christopher houden de Papavers in deze wat “off colours” van een beetje schaduw, want in de felle zon verbranden ze vaak aan de randen; ook geldt dit voor ‘Patty‘s Plum‘. Ik denk dat ze daarin gelijk heeft.
€ 3,00

‘Karine‘
is een van onze favoriete kleine, en dat zal wel zo blijven. De bloemen zijn maar 10 cm in doorsnede, enkel, ondiep schotelvormig in zuiver lichtroze met donkerrode vlekken in het hart; het is hun sierlijkheid, in perfecte proporties die het hier doet. AGM.
€ 2,50

‘Manhattan‘ is een verfrummelde -”ruffled” klink inderdaad veel beter!- lilapaarse met wat rood er
in. Een aantrekkelijke, zij het wat vreemde kleur. Hoogte 60 cm.
€ 3,00

‘Marlene‘ een van de allermooiste nieuwe in een nog niet eerder geziene kleur! Donker wijnrood, kleinbloemig. Afkomstig van Zeppelin,in Zuid Duitsland. ‘Marlene‘ bloeit heel rijk, het is een zee van bloemen.

‘Papillon‘ heeft een kleur, die ik bij Papavers
ook nog niet eerder gezien had en die meteen opviel: licht lila, niet meer en niet minder. Een bloem met “hoge schouders”, tulpvormig zou je ze ook kunnen noemen, als ze nog niet helemaal open zijn. Wel een beetje slap in de stelen.
€ 3,00
 

PARTHENIUM . “Wilde Kinine”, “Amerikaans Moederkruid”, namen die verwijzen naar de koortswerende werking van deze plant. Wij gebruiken hem vooral als grote, tamelijk grove, sterk geurende plant in prairiebeplantingen, en dan gaat het om de soort:                                                                                         

integrifolium is een flinke, tot 100 cm hoge plant met langwerpig lichtgroen blad, niet bepaald fijntjes of zo. Bovenin komen de schermen witte bloemen, die wel wat weg hebben van een kruising tussen een Anaphalis en Eupatorium rugosum. Een goede, heel sterke plant voor een droge plek in de volle zon. Mooi in combinatie met niet al te fijne grassen. Geeft wat massa in een verder fijne prairiebeplanting. Vochtige grond en mest doen hem uit zijn voegen groeien en erg grof worden.
€ 3,00

 

PENSTEMON. Schildpadbloem. Uiteindelijk blijken er toch maar heel weinig Penstemons winterhard genoeg om er een jarenlange bevredigende relatie mee op te bouwen: de prachtige Engelse cv‘s als b.v. ‘Raven‘ en ‘Evelyn‘ om er maar een paar te noemen, bezwijken toch meestal in hun eerste Nederlandse winter. Ze bevriezen niet zozeer, maar verwaaien en gaan dan dood. P. digitalis is altijd hard.
 

digitalis ‘Joke‘ komt uit de Nederlandse snijbloementeelt en heeft donkerrood, leerachtig en hard, glimmend blad in rozetten, waaruit flinke stevige bloemstelen komen. De bloemen zijn licht lilaroze
in losse, vertakte pluimen en je kunt ze dus goed snijden. Hoogte zeker 100cm, zomerbloeiend, en sterk!
€ 2,50

digitalis ‘Isa‘ is de opvolgster van Joke’, zelfde model, zelfde blad, maar met wat donkerder roze bloemen. Ook na de bloei blijven de uitgebloeide, glimmend donkerrood aangelopen stelen, bladeren en vruchten nog lang aantrekkelijk en zijn ook dan nog heel goed te snijden.
€ 3,00

digitalis ‘Albus‘ is de witte vorm, die hier nog niet gebloeid heeft, we hopen in 2013 de eerste planten aan te kunnen bieden. De eveneens in rozetten staande bladeren zijn opvallend lichtgroen, zeker wanneer we die vergelijken met de donker aangelopen bladeren van de gewone P. digitalis.
€ 3,00

strictus heeft smalle, glimmende bladeren in dichte, platte rozetten en daaruit komen in de zomer de 70 cm lange stelen met blauwe bloemen, die in de vorm die wij kweken -‘Bandera’- zuiver blauw beginnen te naderen. Vooral heel veel zon, voor droge grond.
€ 2,50

 

PERSICARIA. Voorheen Polygonum. Perzikkruid, dat klinkt niet bepaald aangenaam in de oren, dat klinkt naar onuitroeibare onkruiden van het ergste soort. En die zijn er in dit geslacht dan ook volop, door schade en schande hebben we die in het begin van onze carrière –want ik spreek hier, denk ik, voor al mijn collega‘s- gekregen en gelukkig weer op tijd vernietigd. Het was dan ook met een gezonde dosis wantrouwen dat we meer dan 10 jaren geleden Fallopia japonica ‘Crimson Beauty’ plantten, die niet woekeren zou. En inderdaad, dat doet hij inderdaad niet, maar de omvang van de plant en de dikte van de stelen zijn ontzagwekkend groot! Stelen die meer dan 3 meter hoog worden en bijna 8 cm dik, een genot om met een bijl in het vroege voorjaar de verdroogde stelen af te hakken! Wees altijd wantrouwend bij de aanschaf van een u onbekende Persicaria, en zeker als de pot bij aankoop van top tot teen vol zit met wortels! De nu hier gekweekte soorten en cv‘s zijn absoluut niet van het woekerende soort, maar het worden wel forse, goed groeiende en gezonde planten, die helemaal passen in de huidige manier van tuinieren in Nederland, wat wel de “Dutch Wave” genoemd wordt in het buitenland. Weinig andere planten bloeien zo lang, zo uitbundig als deze Persicaria‘s, en weinig planten gaan zo lang mee en vragen zo weinig, behalve dan een beetje water in de zomer. Ze bloeien in de nazomer en herfst, zonder einde. Het sortiment breidt zich nog steeds sterk uit, niet in de laatste plaats door de prachtige cv‘s van de Belgische tuinarchitekt Chris Ghyselen.                                                                  

amplexicaule ‘Alba‘ is al een oudere cv. met witte bloemen in smalle aartjes, maar er zijn wel heel veel van die aartjes! Het is een langzame groeier, die vanaf augustus bloeit, eerste heel bescheiden, maar steeds rijker met het verlopen van de herfst. Het is een slanke en transparante plant, die niet veel ruimte in beslag neemt, en ongeveer 110 cm hoog wordt. Voor niet te droge grond in zon of halfschaduw; in heel droge zomers krijgen deze Persicaria‘s last van spint.
€ 3,50

amplexicaule ‘Blackfield‘ is een van de allermooiste nieuwe, in een diep donkerrode kleur, bijna zwartrood wel. Hoogte 100 cm. Kwekersrechtelijk beschermd! Afkomstig van Chris Ghyselen, die – net als ik- een grote interesse in dit geslacht heeft. Deze cv. gaat, als het aan mij ligt, een grote toekomst tegemoet, en dat is nu wel gebleken, het is een zeer goede cv., die helaas langzaam groeit.
€ 4,00

amplexicaule ‘Fat Domino‘ eveneens uit Belgie komt deze heel hoge, ijle plant met dikke rode
aren; opvallend dik zijn ze. Hoogte 140 cm hier. Ook kwekersrechtelijk beschermd. Mooie, heldere kleur, krachtige groeier, prima nieuw soort. Al die oude rode kunnen nu wel weg, eigenlijk.
€ 4,00

amplexicaule `J.S. Caliente` komt ook weer uit Belgie, nu van JS: Jan Spruyt. Een heel goede rode, niet te hoog, maar heel belangrijk: niet doorknikkend en/of omvallend. `Taurus` komt hiermee te vervallen helaas. Toen ik hier jaren geleden mee begon, was `Taurus` heel goed, maar hij blijkt steeds hoger te worden maar eveneens instabieler.
€ 3,50

amplexicaule ‘October Pink‘ is een nieuwe, hier gevonden cv., de eerste in een reeks meer roze gekleurde, veel meer roze dan de aloude P. a. ‘Rosea‘. Wij vinden steeds meer interessante zaailingen in afwijkende kleuren, en opeens kwamen er ook steeds meer daarvan op de markt, zoals de er op lijkende ‘Joe & Guido‘s Form‘.
€ 4,00

amplexicaule `Orangefield` om deze oranje te noemen, zou te ver gaan, maar er zit wat in, bij het
roze. Mooie sterke, goed rechtop staand. Groeit snel en is gemakkelijk te kweken.
€ 4,00

amplexicaule ‘Pink Elephant‘ komt uit Belgie, waar tegenwoordig zoveel mooie nieuwe Persicaria‘s vandaan komen. Deze blijft heel laag, 40 cm maar, en heeft vele doorgebogen roze aartjes, als slufjes. Vandaar de naam, meestal denken we bij Roze Olifanten aan een delirium o.i.d. Het blad is blauwgroen. Duidelijk heel anders dan de andere: dit is echt een kleintje, voor de duidelijkheid! Trage groeier, kan slecht tegen heel koude winters.
€ 4,00

amplexicaule ‘Rowden Gem‘ heeft vrij smalle, dunne aartjes, maar de kleur is hier zo bijzonder:
lilaroze, duidelijk afwijkend! Hij is de ouderplant van al die leuke nieuwe cv‘s. Beperkt leverbaar, hij groeit behoorlijk traag.
€ 4,00

amplexicaule ‘September Spires‘ is zo‘n kind: bloemen in roze met een lila inslag, minder geprononceerd lila dan bovenstaande, maar rijker bloeiend en met dikkere aren. Bepaald geen snelle groeier, maakt weinig uitlopende wortelstokken. O ja, het blad van deze is mooier, spitser en evenwichtiger. Zou veel sneller moeten groeien!
€ 4,50

dshawachischwilii staat in de wedloop van moeilijk uit te spreken plantennamen al jaren onbedreigd op de eerste plaats, hoewel er een concurrent op komst is: Crocus sivrihisardaglarensis , close gevolgd door Paeonia mlokosewitschii en Molopospermum peloponnesiacum. Hoe het ook moge aflopen, deze Persicaria is een aardige, vroegbloeiende met witte pluimen in het voorjaar. Hoogte 100 cm, altijd schaars door de moeizame vermeerdering en zijn onwil om te woekeren.
€ 5,00

polymorpha is een heel grote plant, met een hoop grof groen, gerimpeld blad, en hij ziet er uit
alsof hij op het punt staat eens fijn te gaan woekeren, maar dat valt erg mee gelukkig. Groot wordt hij wel, 150 bij 150 cm op den duur, met pluimen roomkleurige bloemen in de zomer. Voor de echt grote border. De bloempluimen verkleuren roestbruin en blijven lang aan de plant zitten. Men zegt dat de bloempluimen naar een varkensstal geuren, en daar zit wel iets in!
€ 3,50

Literatuur: het meeste is toch op internet te zien, bijna alle soorten en cv‘s staan op
www.persicaria.be .

 

PEROVSKIA. Halfheesters met kenmerkende wittige stelen en blauwpaarse bloemetjes in aren, speciaal voor droge en zonnige plaatsen. Doen wel wat aan Lavendel etc. denken. Knip ze na de winter, in de loop van april, een stukje boven de grond af.                                                                                                                  

atriplicifolia `Little Spire` is een fijne, compacte selectie die goed rechtop blijft staan, valt niet uit elkaar en gaat niet hangen. Bloei lavendelblauw, heel lang van de zomer tot ver in de herfst. Een grote verbetering van de soort! Hoogte 60-80 cm.
€ 3,50

 

PEUCEDANUM. Varkenskervel. Een groot Schermbloemen geslacht met vele onkruiden, maar ik vind de hier beschrevenen bijzonder mooi in hun fijnheid:                                                                                                 

longifolium hebben we hier jarenlang gekweekt als Peucedanum sp. Kroatie, totdat hij na zeker 5 jaar vaststaan voor de eerste keer ging bloeien en gedertermineerd kon worden. In die 5 jaren werd het een steeds grotere en mooiere bos filigrainfijn groen blad, met op het laatste een doorsnede van meer dan 60 cm, en net zo hoog. In 2009 heeft hij dan gebloeid , met meer dan 150 cm hoge stelen, bekroond door grote gele schermen. Voor een zonnige plaats op droge grond, hier doet hij het uitstekend! Nu, in 2012, heeft hij nog steeds niet voor een tweede keer gebloeid, de vele zaailingen uit 2010 beginnen op te raken! Indien leverbaar!
€ 3,50

officinale wordt in de loop van vele jaren een grote bos wuivend en fijn verdeeld donkergroen blad, zo fijn als je alleen bij Schermbloemen ziet, van waaruit in de voorzomer dikke, licht groengele stelen komen, met onnoemelijk veel kleine gele schermpjes. Het duurt wel even voor het zover is, maar dan bloeit hij ook elk jaar weer, heel mooi om te zien. Voor volle zon, 120 cm hoog. Niet zo gemakkelijk te kweken, maar eenmaal daar, langlevend. P. officinale is de belangrijkste waardplant voor de rups van Koniginnepage, een vroeger zeer zeldzame vlinder hier, die door de zachtere winters steeds vaker hier gezien wordt: bij ons op de kwekerij in bijna alle 5 voorgaande jaren.
€ 3,00

 

PHLOMIS. Brandkruid. Sterke planten met een ook archtitectonisch sterke vorm, sterk verticaal en ook in de winter met een sterk wintersilhouet van verdroogde stelen. Het zijn planten voor de zon, groeiend in steppe-achtige omstandigheden in Zuid en Zuidoost Europa, waar ze als solitair tussen fijne grassen staan. Hier zijn ze prima te gebruiken als aanvulling op de prairieplanten uit Noord Amerika, ze houden van dezelfde omstandigheden. De struikachtig groeiende zijn bij ons niet winterhard; het kan een paar zachte winters goed gaan, maar vroeg of laat bevriezen ze toch een keer; de enorm opgewaardeerde P. purpurea ‘Alba’ is echt totaal niet winterhard! De naam Brandkruid is waarschijnlijk gekomen door de ruwe beharing van een aantal soorten: als je er mee in aanraking komt, kun je van die fijne “rashes” oplopen, branderige en vurige strepen.

Literatuur: een leuk klein boekje, “Phlomis, the neglected Genus”, van Jim Mann Taylor, ISBN 0 953241 0 0 geeft veel informatie, maar het zal niet zo gemakkelijk verkrijgbaar zijn. Probeer het eens in Wisley, daar hebben ze de meest uitgebreide keuze aan boeken, als het daar niet is, dan wordt het echt moeilijk.

russeliana is de meest bekende, het is die zachtgele lage, die zo mooi behaard saliegroen blad heeft in rozetten, die al snel een flink stuk tuin kunnen bedekken. Heeft u wel eens gemerkt hoe hard de wortels van die uitlopers zijn? De bloei valt in juni en is het ene jaar heel rijk, gevolgd vaak door een minder bloeirijk jaar. De bloemen zitten in een paar dikke kransen rond de stelen. Hoogte 80 cm.
€ 3,00

samia de echte dus, want de namen van deze en voorgaande worden vaak verwisseld, nog steeds. Deze P. samia wordt veel hoger, bij ons bijna 140 cm, en de bloemen zijn van een merkwaardige tint oudroze met groen, uit de verte gezien mauve, u weet wel , die vieze kleur lila. De verwarring is waarschijnlijk ontstaan door het blad, dat vrijwel identiek is aan dat van P. russeliana. De mauve samia heeft een prachtig wintersilhouet, knip de uitgebloeide stelen vooral niet af! Ook weer voor volle zon. De cv‘s ‘Green Cap‘ en ‘Green Glory‘ in resp. helemaal groen en limegreen met iets roze, zijn erg zeldzaam en helaas ook slechts incidenteel leverbaar. We hebben altijd wel zaailingen van `Green Cap`, en die komen behoorlijk soortecht terug.
€ 3,00

tuberosa ‘Amazone‘ van Ernst Pagels is een sterk verticaal groeiende, strakke selectie van een in zijn wilde vorm slordig groeiende plant. De roodachtig rozelila bloemen staan in vele kleine kransen rond de stelen, die 160 cm hoog kunnen worden. Voorzomer, voor volle zon, droge grond. Neem nooit de wilde gezaaide, die is inferieur, stoffig en te heterogeen. De cv. is oneindig veel beter!
€ 3,50

tuberosa ‘Paleface‘ is een leuke vondst hier: tussen de gewone vonden we zomaar een bijna witte, een beetje roze zit er eerlijkheidshalve gezegd nog wel in. Net zo hoog, zelfde silhouet, bloeitijd etc. Hopelijk in 2012 leverbaar, en dan nog in bescheiden hoeveelheden.In de Flora van de USSR staan maar liefst 49 soorten: daar moet toch een goede tussen zitten?
€ 6,00

 

PHLOX. Vlambloem, maar door iedereen Phlox genoemd. Wat moet ik na zoveel jaren nog over Phloxen vertellen? Dat het onmisbare borderplanten zijn, die altijd bloeien in de zomer en nazomer en dat ook bijna overal wel zullen doen, dat ze heerlijk geuren en dat ze in een schier oneindig kleurenpalet gekweekt worden. Deze terminologie gaat naar een ander punt: Phloxen zijn ook wel een beetje ouderwets. Maar ze zijn dan ook al zo lang bij ons, dat ze helemaal gedomesticeerd zijn bij wijze van spreken. Je kunt je toch nauwelijks een tuin zonder voorstellen en het adagium van Karl Foerster, meer dan 75 jaar geleden uitgesproken, is bijna onverkort geldig, oubollig als dat misschien mag zijn: “Ein Garten ohne Phlox ist ein Irrtum!”, -let op de hoofdletters- : je ziet het die oude Karl F. in het vuur van het gesprek tegen zijn opponent zeggen, met dat Germaanse aplomb, tegenspraak wordt niet op prijs gesteld. Phloxen worden nu bescheidener gebruikt dan vroeger, niet meer in grote, dominante groepen, maar nu graag met siergrassen en zo: die toch ietwat massieve bloemtrossen worden door het gras verzacht. Veel van mijn cv‘s zijn trouwens wat kleinbloemiger en passen zich gemakkelijker aan bij de rest. Phloxen hebben wel een nadeel: meeldauw, maar de meeste slechte heb ik er allang uitgegooid. Phloxen houden van een goede, zandige grond met veel water in de zomer; dat ze in de loop van de zomer kale stelen krijgen, is meestal een kwestie van te weinig water. Zon willen ze hebben, maar een beetje schaduw verdragen ze ook wel, al hebben ze dan wel de neiging om naar het licht, c.q. schuin te groeien. De kleuren van vooral de blauwige en lila cv‘s zijn bij donker, koel weer beter, blauwer.

Literatuur: er is eigenlijk maar één boek: “Phlox, bogen om floks til haven”, ja helaas, in het Deens, maar er is intussen een Duitse vertaling, “Phloxe für den Garten”. Geschreven door Birgitte Husted Bendtsen- inderdaad, zij heeft ook het beste boek over Geraniums geschreven- ISBN 978-87-989732-1-8. Leuke oude boekjes uit ver vergane tijden, zoals de boeken van Karl Foerster, geven veel, maar verouderde informatie, alle door hem genoemde soorten bestaan niet meer of zijn door betere vervangen. Het sortiment:

‘Blue Paradise‘ is de mooiste en meest gevraagde blauwe, althans lilablauw in een tint, die vooral in de vooravond of bij koel regenachtig weer vrijwel echt blauw is. De blauwste der Phloxen. Het blad is donker, een beetje smal en niet erg tierig. Hoogte 80 tot 90 cm. ‘Blauer Morgen’ is vrijwel identiek, misschien iets hoger groeiend.
€ 2,50

‘Casablanca‘ is een hier gevonden lage witte, met kleine stervormige bloemetjes, die als bijzondere
eigenschap heeft een tweede bloei in de nazomer te geven, zonder dat daarvoor de oude stelen uitgeknipt hoeven te worden. Meeldauw zien we vrijwel niet. Hoogte 90 cm, eerste bloei in juni. Goed gezond, lichtgroen blad. ‘David‘ is eveneens wit, maar deze en ‘Casablanca‘ zullen nooit met elkaar verward worden.
€ 2,50

‘David‘ is hoog, 130 cm minimaal, grootbloemig wit in grote koppen. De bloemen zijn van dat “vette” wit, met van
die dikke bloemblaadjes. Ook vrijwel meeldauwvrij. De beste der grote witte.
€ 2,50

‘Hesperis‘ heeft bij warm weer zo‘n intense, gloeiende kleur roodlila, met heel veel kleine bloemetjes in heel veel kleine koppen. Een hoge, hier tot 140 cm hoog, en bloeiend in de zomer. Weinig meeldauw, en dan alleen nog na de bloei. Een hier gevonden, zaailing vooral geliefd in het buitenland!
€ 2,50

‘Little Sara‘ is natuurlijk genoemd naar Sara, onze nu alweer ruim vier jaar oude dochter –het is
nu februari 2012. We hadden dit Phloxje al een tijdje in cultuur, maar ze was nog niet benaamd en we hebben haar naar Sara vernoemd. ‘Little Sara‘ wordt niet veel hoger dan 60 cm, heeft donkergroen blad en relatief kleine trossen bijna witte bloemetjes met een roodroze hart. Een van de laagste cv‘s, sterk.
€ 2,50

‘Nirvana‘ kweekten we al jaren als veelbelovende zaailing , als die “ hoge gezonde witte met een rood oogje”. En het blijkt een heel goede te zijn, rijkbloeiend en overdadig bloeiend. Hoogte 150 cm en vrijwel meeldauwvrij. € 2,50

‘Purpermantel‘ een ouderwetse, ooit bij Moerheim ontstaan, in donker lilarood; het blad is bruinzwart en heel behoorlijk gezond. Hoogte 90 cm. Mooi naast lila Thalictrum.
€ 2,50

‘Utopia‘ blijft mijn beste Phlox, wat er ook in de jaren sinds dat we hem gevonden hebben, aan nieuwe cv‘s gevonden is. Absoluut meeldauwvrij, dat is heel belangrijk, en dan die hoge, stevige stelen met grote koppen lichtroze bloemen, waarin een heel klein beetje lichtlila zit: supersoort! Tot 160 cm hoog, begint aan het einde van de voorzomer te bloeien.
€ 2,50

Er komen een paar nieuwe aan, die we voorlopig 2010/ en 2010/2 hadden genoemd, en die dit jaar een echte naam zullen krijgen. Ook een aantal Russische cv’s ziet er heel interessant uit en die worden nu getest, waaronder een dieppaarse, de donkerste die ik ooit gezien heb.

 

PHYGELIUS. Kaapse Fuchsia. Met een beetje geluk zijn ze in Nederland winterhard, zeker op een zonnige en beschutte plaats op het zuiden. Halfheesters zijn het, met lange, buisvormige bloemen in levendige kleuren, bloeiend in zomer en nazomer. Literatuur: een uitgebreid artikel in “Gartenpraxis”, 4-2006. Ze zijn alleszins winterhard hier en groeien op elke zonnige plek.                                                                                                 

‘Croftway Snow Queen’ met lichtgroen blad, heeft witte bloemen. Niet kraakwit, net ietsje minder.
€ 3,00

 

PHYSOCHLAINA. uit de familie van de Nachtschade, een familie die vele curiositeiten en giftige tot zeer giftige planten kent enerzijds, maar ook veel onmisbare voedingsgewassen omvat.                                  

orientalis hij heeft geen Nederlandse naam, bloeit heel vroeg in het voorjaar met hangende, paarsige bloemen in clusters. Een leuke, zeer langlevende en sterke schaduwplant die in de loop van de zomer afsterft: dat is niet zo erg, het blad is tamelijk saai. Hoogte in de bloei 25 cm ongeveer. Kan goed tegen droogte, doet het goed onder bladverliezende bomen.
€ 3,50

 

PIMPINELLA. Bevernel, mooie Oudhollandse naam! Schermbloemen met vrij kleine schermen in de voorzomer, tegelijk met de meeste Geraniums, waarmee ze dan ook mooi samengaan. Dat geldt met name voor de volgende soort:                                                                                                                                                  

major `Rosea` wordt hier ongeveer 100 cm hoog en bloeit in juni met heel veel zachtroze schermen. Het groeit allemaal nogal los en wat slordig, maar dat geeft niets, het is wel sierlijk en combineert gemakkelijk. Zaait zich met mate uit. Niet te verwarren met Chaerophyllum hirsutum `Roseum`, die bloeit veel eerder, is veel lager en heeft minder, maar grotere schermen.
€ 3,00

 

PLECTRANTHUS. Reumatiekplant. Uit de krochten der botanie, dat terra incognita vol met obscure species, komt zo nu en dan een geslacht bovendrijven, dat we weliswaar wel kennen, maar
waarvan wij de waarde nog niet ten volle kunnen overzien. En als er dan ook nog allerlei synoniemen rondwaren, zoals Rabdosia en Isodon, dan raken we al snel het spoor én onze interesse kwijt. Plectranthus, waar kennen we die naam toch van? De reumatiekplant inderdaad, die onverwoestbare kamerplant met weinig allure, met van dat brandnetelachtige blad en met pluimen meest fletsblauwe lipbloemen, die vroeger in de winter op zolder stond te zieltogen naast de Citroengeranium en de welhaast onsterfelijke Clivia. Er is echter een aantal goed winterharde, afkomstig uit Japan, kleinbloemig en met een losse bloeiwijze, waarvan ik deze de beste vind:                                                                                                                                         

glaucocalyx vormt een los vertakte, vrij hoge fijntwijgige struik met ijle, sterk vertakte “pluimen”, vol met lilablauwe bloemetjes, die uit donkere kelkblaadjes komen. De individuele bloemetjes zijn heel klein, maar door hun aantal toch goed zichtbaar. De hele plant is een beetje donker, op de een of andere manier. Heeft veel tijd nodig om zich volledig te ontwikkelen, het eerste jaar is het tamelijk teleurstellende plant, gooi hem -nog- niet weg! Hoogte 150 cm, najaar. Behoort tot de categorie “acquired taste”.
€ 3,50

 

POLEMONIUM. Jacobsladder. Vele nieuwe, veelbelovende en op het eerste gezicht prachtige Polemoniums heb ik in mijn nu 25-jarige carrière voorbij zien komen, maar het merendeel beklijft niet. En al die uitzaaiers heb ik op tijd in de composthoop kunnen verwerken, voordat ze écht hinderlijk zouden worden. Er blijven er maar weinig over:                                                                                                                                                           

reptans ‘Virginia White’ bloeit nog heel vroeg, vanaf eind maart met witte bloemen in kleine hoofdjes. Blijft laag, 25 cm. Een van de eerste vaste planten na de Helleborus.
€ 2,50

Literatuur: het boekje van de NCCPG, een Engelse organisatie die oude plantenrassen probeert te bewaren voor het nageslacht, geschreven door Dianne Nichol-Brown, ISBN 0 9533875 3 4.

 

POLYGONATUM. Salomonszegel. Allemaal opmerkelijk identieke planten voor de schaduw, met van die hangende belletjes langs de meestal overhangende stengels. Het aanbod wisselt, maar meestal hebben we:

x hybridum ‘Weihenstephan’ is een monster van een Salomonszegel, groot, dik en fors, tot meer dan 100 cm hoog, zelfs hier op onze toch tamelijk arme grond. Grootbloemig met de bekende witgroene belletjes, grootbloemig v.z.v. je dat bij een Salomonszegel kunt zeggen.
€ 3,50

Vergelijkbare planten, die in het voorjaar opvallend donkergrijs c.q. purper uitlopen, zullen we in de toekomst ook wel hebben, zoals ‘Betberg‘ en

‘Pruhonitz‘. Toch blijken deze speciale vormen wel heel erg langzaam te groeien. Als het meezit kunnen we over een aantal jaren P. kingianum aanbieden, waarlijk een wonderbaarlijke plant: deze groeit met heel hoge stelen, bezet met smalle blaadjes die aan het uiteinde een omgebogen puntje hebben, waarmee ze zich vasthouden aan de omringende planten. Rondom het onderste deel van de steel komen de kransen oranje buisvormige bloemen.

Literatuur: veel natuurlijk in “The Explorer‘s Garden” van Dan Hinkley, een boek dat in elke boekenkast hoort te staan! Het is nu al weer heel wat jaren geleden verschenen, maar onovertroffen! Een net zo goed boek over heesters en klimplanten is er intussen ook van zijn hand: “ Shrubs and Vines”.

 

PORTERANTHUS. Zie Gillenia.

 

PULMONARIA. Longkruid. Leuk toch, al dat vroegbloeiende Longkruid langs een heesterrand, of zomaar op een schaduwrijk plekje, met de bloemetjes in het begin nog zittend in de bladrozetten, die na de winter zo mooi uitgroeien. Het oude blad zit er nog verkreukeld en half verdord aan, en dan komt in het midden van de rozetten dat verse, bijna eetbare blad: sommige honden schijnen dat ook werkelijk te doen, zoals die van Hans K. ,maar het is wel erg harig om zo op te eten, lijkt me. April is hun gloriemaand en we kunnen uit een bijna onbeperkt sortiment kiezen. Poot ze maar op een plek, waar ze tijdens de bloei veel licht krijgen, ook directe zon, en dan bloeien ze des te rijker; in de zomer mogen ze in de halfschaduw staan van de heesters, die in het voorjaar nog alle zonlicht doorlieten. Wel altijd behoorlijk water geven, dat houdt de meeldauw er uit. Veel nieuwe cv‘s komen op ons af, en ik vind de nieuwe Engelse mooier dan de Amerikaanse, ze zijn wat subtieler.

Literatuur: er is in 2003 een boek over de Ruwbladigen verschenen: “Pulmonaria and the Borage Family”, geschreven door Masha Bennett, ISBN 0 71348732 1, met ook veel informatie over aan Pulmonaria verwante geslachten als b.v. Nonea, dat zijn eenjarige Pulmonaria‘s, maar ook oude bekenden als Brunnera, Mertensia en Omphalodes worden uitgebreid behandeld. Wanneer je lid wordt van “The Hardy Plant Society”in Engeland, dan kun je apart lid worden van een werkgroep daarbinnen, en dan zit je echt in het gezelschap van specialisten! Ons sortiment:

‘Blue Ensign‘ heeft heel donkergroen, ongevlekt effen blad, vrij breed hartvormig. De bloemen zijn de grootste in dit geslacht, en ze zijn zuiver donkerblauw, gentiaanblauw is de kleur wel te noemen. De beste in deze kleur, onovertroffen. Maakt niet al te grote pollen. Hoogte uiteindelijk 35 cm.
€ 2,50

‘Diana Clare‘ is ook in haar categorie de beste, met haar witgrijze, metallicgrijze blad, dat smal langwerpig is. De bloemen zijn donker paars, een kleur die we hier niet vaak zien. Een grote plant, heel rijkbloeiend, maar na de bloei even de oude bloemen afknippen, die vallen alle kanten op. Genoemd naar de vrouw van Bob Brown, Engels kweker van bijzondere planten en bekend excentriek. Hij is sterk in oranje Bermuda‘s.
€ 2,50

PYCNANTHEMUM. Bergmunt. Noord Amerikaanse Lipbloemen, verwant aan Monarda, Mentha en Calamintha, met sterk geurend blad en met kleine bloemetjes in kleine kransjes rond de steeltjes. De meeste zijn wel bijzonder kleinbloemig en ook wat stijfjes, maar de volgende valt op door zijn witte “kop”:         

muticum heeft net als de Monarda, van die schutbladen aan het eind van de stelen, maar toch anders, hier lijken het meer op gewone bladeren dan bij de Monarda. Het opvallende is de witte kleur hiervan, ze lijken met een waslaag bedekt te zijn. Vlak daarboven zitten dan de ronde bolletjes waaruit de bleekroze tot witte bloemetjes te voorschijn komen. Hoogte 60 cm, wordt vaak gebruikt in plantschema’s met prairieplanten, dus ze willen zon en kunnen veel droogte aan. Hoogte ongeveer 60 cm. Insectenplant bij uitstek! Komt vooral in wat grotere aantallen tot zijn recht. Ook andere soorten, zoals P. incanum, zijn weleens leverbaar, maar of ze ook beter zijn?
€ 2,50